Wat u ook van plan bent, houtpellets kopen of een houtpelletfabriek bouwen, het is belangrijk om te weten welke houtpellets goed en welke slecht zijn. Dankzij de ontwikkeling van de industrie zijn er meerdere normen voor houtpellets op de markt. Standaardisatie van houtpellets is een gevestigde, uniforme specificatie van de producten in de industrie. Sinds de Oostenrijkse normen (ÖNORM M1735) in 1990 werden gepubliceerd, hebben verschillende EU-lidstaten hun eigen nationale pelletnormen ontwikkeld, zoals DINplus (Duitsland), NF (Frankrijk), Pellet Gold (Italië), enz. Als grootste pelletmarkt ter wereld heeft de Europese Commissie de EU-normen (CEN TC335-EN 14961) voor vaste brandstoffen vastgesteld, die gebaseerd zijn op de Oostenrijkse normen (ÖNORM M1735).
Op basis van alle bestaande normen voor houtpellets, verstrekken wij u een geavanceerde specificatie, zodat u de hoogwaardige houtpellets kunt identificeren.
We hebben alle belangrijke factoren voor je op een rijtje gezet, zodat je snel kunt zien hoe goed een houtpellet is. Volg simpelweg de volgende stappen:
De meest voorkomende houtpellets hebben een diameter van 6 mm en 8 mm. Over het algemeen geldt: hoe kleiner de diameter, hoe beter de pelletiseerprestaties. Maar als de diameter kleiner is dan 5 mm, neemt het energieverbruik toe en neemt de capaciteit af. Bovendien comprimeert de vorm van de pellets het volume van het product, wat opslagruimte bespaart. Bovendien zijn ze gemakkelijk te transporteren, waardoor de transportkosten laag zijn. Binnen alle bestaande normen is er een algemene opvatting over de diameterfout, namelijk dat deze maximaal 1 mm bedraagt.
Volgens alle normen voor houtpellets is het vereiste vochtgehalte vergelijkbaar, maximaal 10%. Technisch gezien fungeert het watergehalte tijdens het proces als bindmiddel en smeermiddel. Als het vochtgehalte te laag is, kunnen de pellets niet volledig worden uitgerekt, waardoor ze kunnen vervormen en de dichtheid lager is dan bij normale pellets. Maar als het vochtgehalte te hoog is, neemt het energieverbruik toe en neemt ook het volume toe. Normaal gesproken hebben de pellets een ruw oppervlak en in ernstige gevallen kunnen de grondstoffen uit de mallen van de pelletmolen springen. Alle pelletnormen geven aan dat het optimale vochtgehalte voor houtpellets 8% is en het optimale vochtgehalte voor biomassapellets 12%. Het vochtgehalte van de pellets kan worden gemeten met een vochtmeter.
De dichtheid van houtpellets is een van de belangrijkste specificaties. Deze kan normaal gesproken worden onderverdeeld in bulkdichtheid en pelletdichtheid. De bulkdichtheid is een eigenschap van poedermaterialen, zoals pellets. De formule is de hoeveelheid poedermaterialen gedeeld door het benodigde volume. De bulkdichtheid heeft niet alleen invloed op de verbrandingsprestaties, maar ook op de transport- en opslagkosten.
Bovendien heeft de dichtheid van de pellets ook invloed op de bulkdichtheid en de verbrandingsprestaties: hoe hoger de dichtheid, hoe langer de verbrandingstijd.
De mechanische duurzaamheid is ook een belangrijke parameter. Tijdens transport en opslag raken pellets met een lagere mechanische duurzaamheid gemakkelijk beschadigd, wat leidt tot een hoger poedergehalte. Van alle soorten biomassapellets hebben houtpellets de hoogste mechanische duurzaamheid, namelijk ongeveer 97,8%. Vergeleken met alle normen voor biomassapellets, is de mechanische duurzaamheid nooit lager dan 95%.
Voor alle eindgebruikers is de uitstoot, bestaande uit NOx, Sox, HCl, PCCD (polychloordibenzo-p-dioxines) en vliegas, het grootste probleem. De stikstof- en zwavelgehaltes in de pellets bepalen de hoeveelheid NOx en Sox. Daarnaast wordt het corrosieprobleem bepaald door het chloorgehalte. Voor betere verbrandingsprestaties bevelen alle pelletnormen een lager gehalte aan chemische elementen aan.
Plaatsingstijd: 31-07-2020