Hoe gebruik je de biomassapelletmachine?
1. Controleer na installatie van de biomassapelletmachine de bevestigingsstatus van alle bevestigingsmaterialen. Als deze los zitten, moeten ze tijdig worden aangedraaid.
2. Controleer of de spanning van de aandrijfriem voldoende is en of de motoras en de as van de pelletmachine parallel lopen.
3. Voordat u de biomassapelletmachine in werking stelt, draait u eerst de motorrotor met de hand om te controleren of de klauwen, hamers en de motorrotor soepel en betrouwbaar werken, of er geen botsingen met de behuizing zijn en of de draairichting van de motorrotor overeenkomt met de pijl op de machine. Verwijst naar dezelfde richting, en of de motor en de pelletmachine goed gesmeerd zijn.
4. Vervang de poelie niet zomaar, om te voorkomen dat de breekruimte explodeert door een te hoog toerental, of dat de werkefficiëntie wordt beïnvloed als het toerental te laag is.
5. Nadat de vergruizer is gaan draaien, laat u hem 2 tot 3 minuten stationair draaien. Als er geen abnormale verschijnselen meer optreden, kunt u hem weer gebruiken.
6. Let tijdens het werk op de operationele status van de biomassapelletmachine. De toevoer moet gelijkmatig zijn om verstopping van de boorwagen te voorkomen en mag niet langdurig overbelast zijn. Als er trillingen, lawaai, een te hoge temperatuur van het lager en de carrosserie, of materiaal dat naar buiten spuit, worden geconstateerd, moet de machine eerst worden stilgezet voor inspectie. Na het oplossen van het probleem kan het werk worden hervat.
7. De vermalen grondstoffen moeten zorgvuldig worden geïnspecteerd om te voorkomen dat harde stukken zoals koper, ijzer en stenen in de breker terechtkomen en ongelukken veroorzaken.
8. De operator hoeft geen handschoenen te dragen. Bij het vullen dient men naast de biomassapelletmachine te lopen om te voorkomen dat het terugkaatsende vuil in het gezicht terechtkomt.
Plaatsingstijd: 05-06-2022